donderdag 2 februari 2012

mijn woordenboek 351

A PROPOS


De uitdrukking doet mij altijd denken aan de mop die S. ooit vertelde (of was het P., die hem van S. had gehoord – ik weet het niet meer), over een liefhebberende acteur die zozeer onder plankenkoorts en de daaruit voortkomende geheugenfeilen gebukt ging dat de regisseur hem voor alle zekerheid maar één zinnetje had toegewezen, maar dan wel een zinnetje dat hij moest uitspreken op het moment suprême, dé cathartische wending van het stuk. Hij moest uit de coulissen naar voren treden, de bühne opstappen en daar, in volle plotontknoping, met het nodige aplomb het woord richten tot de man die in het stuk zijn vader speelde: ‘À propos, papa’ – waarna een mededeling volgde die in het stuk wel zeer ter zake deed maar niet hier.

U ziet het gebeuren. Die man treedt, op van de zenuwen na al twee bedrijven achter de coulissen te hebben zitten bibberen, naar voren en spreekt:

- A papa, propos.