vrijdag 24 augustus 2012

schrikkel 227

Ik heb enkele slechte gewoonten en een ervan is: niet altijd alles meteen op te ruimen. De helft van de tafel fungeert als aanslibruimte voor vaak gebruikte voorwerpen. ’t Is wonderlijk hoe die halve tafel, als ik hem eens heb leeggemaakt, in géén tijd weer vol ligt. Dit slagveld toont de eeuwige strijd tussen het nadeel van rommeligheid en het evidente voordeel van het binnen-handbereik.