vrijdag 30 november 2012

schrikkel 320b

Het appartement wordt te huur aangeboden. Buiten smeult de herfst. Voorlopig uitgestort: een dosis gyproc en karton, aanvankelijk mooi tegen de hoek van het gebouw geschikt maar dan stilaan, ten prooi gevallen aan zwaartekracht, uitdijnend tot een vormeloze stapel. Op de vensterbank voor het raam lonkt een rood licht. Roxanne, echoot uit een ver verleden Stings stem in mijn brein. Ik stap aan dit tafereel voorbij: verval, afval, verloedering, afscheid. De herfst woedt in tinten van groen en oker. In het raam zet de lamp een verleden voort en verwijst het vastgoedplakkaat naar een nog niet ingevulde toekomst. Wie zal hier volgende zomer wonen, verlangen, zich vervelen?