woensdag 15 januari 2014

facebookbericht 506

Saskia de Coster klaagt in de onhandig getitelde bijdrage ‘Mannen, wees gewaarschuwd, vrouwelijke schrijvers rukken op!’ de vrouwendiscriminatie in bellettrieland aan. Kort en een beetje goedlachs samengevat – de titel van haar stuk laat mij dat toe – komt een deel van haar betoog ongeveer hier op neer: vroeger konden of mochten vrouwen niet schrijven omdat ze de was en de plas moesten doen; nu krijgen ze een migraineaanval als ze denken aan alle daardoor gemiste kansen. Daardoor komen ze weer niet aan schrijven toe. Het is altijd wat. Maar, mannen wees gewaarschuwd, er komt kentering!: vrouwen krijgen in het openbare literaire leven steeds meer gelijke kansen. Aldus Saskia de Coster.

Ondertussen schrijft Saskia de Coster ook dat de drang om te schrijven ‘aseksueel’ is, en zij bedoelt daarmee: niet aan sekse gebonden. Op Hemmerechtsiaanse wijze schrijft ze dat niemand – man noch vrouw – met ‘zijn’ (sic) geslachtsdeel schrijft.

Ik zou zoiets nooit schrijven. Niet omdat je met geslachtsdelen niet kunt schrijven maar omdat het een plat argument is.

Dit soort sociologische, laat-feministische redenaties blijft mij verbazen. Door vrouwen geschreven romans verkopen zeer goed – wellicht zelfs beter dan door mannen geschreven romans. Vrouwen lezen meer romans dan mannen, ongeacht of deze romans door vrouwen of door mannen geschreven zijn. Wat is het probleem? Dat de boekentoptiens vooral door mannelijke auteurs worden bevolkt, zoals Saskia de Coster aanvoert? Dat de literaire prijzen vooral naar mannen gaan omdat de jury’s te mannelijk zijn? Zorg dan voor vrouwelijke jury’s. Of vrouwelijkere. Of stel een prijs in voor door vrouwen geschreven boeken.
Zolang mannen en vrouwen maar vrij kunnen kiezen welke boeken zij lezen, uiteraard. Ik vind het, als geoefend lezer, in elk geval relevant om te weten of de auteur van een boek een man is, of een vrouw. Om de heel eenvoudige reden dat ik geloof dat er tussen mannen en vrouwen een verschil bestaat en dat in de literatuur elk verschil relevant is of kan zijn. Sommige auteurs thematiseren zelfs de spanning die ontstaat wanneer je in verwarring bent over de vraag wie nu aan het woord is, een man of een vrouw. Bijvoorbeeld Ian McEwan in Suikertand.

Maar deze literaire kwesties staan volledig buiten de terechte sociologische observatie dat vrouwen lange tijd minder toegang hebben gekregen tot het openbare literaire leven. En ook buiten het feit dat ik zelf ook, zoals Saskia de Coster, Charlotte Mutsaers en Patricia De Martelaere verdienstelijke auteurs vind. Niet omdat zij vrouwelijk zijn, maar omdat zij goede boeken hebben geschreven.

*

@ C.L., ik weet niet of u zich tot mij richt, maar mocht dat het geval zijn: ik begrijp u niet. Voor zover het nodig zou zijn: ik beoordeel romans (daarover gaat het hier) op hun intrinsieke waarde - en die heeft niets te maken met het geslacht van de auteur. Ik ben zeer bereid om te erkennen dat, mocht het zo zijn dat er minder goede boeken van vrouwen zijn dan van mannen, dit een sociologische oorzaak heeft. Ik erger me alleen aan de toon die Saskia De Coster aanslaat. Ik zie daar een te polemisch en te achterdochtig man-versus-vrouw-denken in.

*

@ M.M., Ik pleit voor een niet-seksistische, maar ook een niet sekse-ongevoelige lectuur. Het heeft wel degelijk een invloed, en zijn belang, te weten (of, zoals in het geval van Ian McEwan dat ik aanhaalde, te veronderstellen) dat een boek door een man of door een vrouw is geschreven. (En die invloed, dat belang, verschilt naargelang de lezer een vrouw of een man is.) Er zijn nu eenmaal verschillen tussen mannen en vrouwen, gelukkig maar. Laten we ons niet, zoals naar mijn aanvoelen Saskia de Coster te veel doet, verliezen in feministische achterhoedegevechten.