zaterdag 31 mei 2014

tour 27



2-3 april 2014

Voor mijn reislectuur denk ik nu ook nog aan De autonauten van de kosmosnelweg, een reisboek van Julio Cortázar, dat onlangs, na een mediamiek pleidooi van Charlotte Mutsaers, opnieuw werd uitgegeven en waar ik wel benieuwd naar ben: Cortázar maakt samen met zijn levensgezellin Carol Dunlop met wat wij nu een mobilhome of kampeerwagen zouden noemen een reis langs de Franse Autoroute du Soleil. Ze houden halt op elke stopplaats: parkings, airs, benzinestations… en beschrijven daar wat zich aandient. Dit is een eenvoudig postmodern project, zo op het eerste gezicht, ware het niet dat beide schrijvers op het ogenblik dat ze die reis maken al zwaar ziek zijn en weten dat deze gezamenlijke onderneming ook een afscheid is.

Maar misschien moet ik wel helemaal géén lectuur meenemen. De confrontatie met ‘mezelf’ volledig aangaan en alles op meditatie, nadenken en schrijven zetten? Ja, waarom zou ik eigenlijk lectuur meenemen op een reis die toch vooral en zeker in de eerste plaats een reis naar ‘mezelf’ hoort te zijn – iets waarbij lectuur alleen maar de aandacht kan afleiden van waar het echt om gaat?

’t Is maar een vraag. Ik zal er nog eens grondig over nadenken. (Ik kom op nog een titel: Taoïsme van Patricia de Martelaere.)

Volledig los van lectuur. Als een drankzuchtige die gedwongen droog staat, of een roker die zonder sigaretten is gevallen en in geen velden of wegen een plek weet om er te kopen. Niet toevallig grijp ik naar voorbeelden van verslaving. Ik probeer mij in te denken wat het zou betekenen: op reis te gaan zonder lectuur. Weg van het infuus dat mij verbindt met het bodemloos vat van andermans ideeën. Ik zou enkel een eigen vat hebben – misschien al even bodemloos! –, het vat dat bestaat uit dat ondoorgrondelijke privéheelal boven en achter mijn ogen, dat stelsel van miljarden cellen en connecties, dat stervend stelsel van heen en weer stuiterende, inhoud-dragende en -transporterende moleculen, stof- en vleesgeworden ervaringen en herinneringen. En het dan daarmee moeten doen. Het met zichzelf laten voeden, het aan zichzelf laten laven – en op die manier op werkelijk essentiële en vernieuwende inhoud stuiten.

Niet de gemakkelijke toevlucht van de lectuur die mij weghaalt uit waarop ik op mijn reis betrokken wens te zijn: de confrontatie met ‘mezelf’ en met datgene wat ik met mijn leven, met de rést van mijn leven, wat er nog van overblijft, nog wens te doen. Neen, duik niet weg in dat boek, in die tekst, maar zeg mij wat uw plannen zijn, wat nog uw bijdrage kan en zal zijn.

Zoiets.