zaterdag 31 mei 2014

tour 48



30 april 2014



dag 2.1


De receptionist die meegaat om de garage open te maken waarin ik mijn fiets heb geparkeerd – een andere receptionist dan die van gisterenavond – informeert vriendelijk naar mijn reisbestemming. Hij kijkt bewonderend en schudt me de hand: Bon courage!, waarna hij zich weer naar zijn balie spoedt.

Ik besef dat de kans groot is dat dit de enige niet-zakelijke woorden zijn die ik vandaag te horen zal krijgen. Ik ben mij ervan bewust dat het een bepaalde instelling vergt om daarmee te leven. Ik mag niet naar dergelijke uitingen van hartelijkheid verlangen. Enkel openstaan als ze komen en er dankbaar voor zijn. Niet teleurgesteld zijn als ze niet komen.

Overigens lijkt het me nu al duidelijk dat ik niet op hotel moet gaan als ik aanspraak wens. De sfeer is er te zakelijk, afstandelijk, gefragmenteerd. De kans op een echt contact bijzonder gering.

In de ontbijtzaal was er behalve ikzelf enkel een vrouw aanwezig. Ze was alleen. Ze knikte me toe maar ging vervolgens met haar rug naar mij gekeerd onder de obligate televisie aan een tafeltje zitten.