vrijdag 15 augustus 2014

tour 120



13 mei 2014

dag 15.3

Onderweg denk ik na over mijn geheugen, de weinig efficiënte werking ervan meer bepaald.

Ik heb de grootste moeite om zelfs maar een klein gedeelte van al die toponiemen te onthouden die ik op mijn weg tegenkom. Of de naam van de hond van Joseph: was het nu Folie of Filou? Toen ik aan Josiane wilde vertellen dat ik elke dag dat ik werk naar Brussel moet, kwam ik niet op het Franse woord. Ik vind het pas deze voormiddag op de fiets: navetter. En de naam van die speciale sleutels waarmee je schroeven kunt aandraaien door een zeshoekig staafje in een zeshoekig gat te steken, raak ik ook altijd kwijt: nimbussleutels. Telkens gaat het om woorden of namen die ik nog maar recent, of in elk geval in een latere fase van mijn leven, heb verworven. Ik heb dat al herhaaldelijk opgemerkt en het lijkt me nogal onheilspellend met betrekking tot de aftakeling waaraan mijn geheugen blijkbaar nu al is blootgesteld. Als er een ouderdomskwaal is die ik, naast incontinentie en impotentie, vrees, dan wel geheugenverlies. En dat terwijl ik de onzinnigste dingen uit mijn kindertijd blijf onthouden: melodieën van liedjes, namen van coureurs of speelgoedautootjes, en alle schatten die de mémoire involontaire voor mij ontsluit, zoals de blijkbaar onverbreekbare koppeling van geuren met triviale herinneringsbeelden of vervlogen emoties.
 
Dat vergeten van alles wat nieuw is – dat geldt ook voor boeken die ik lees, zodanig zelfs dat ik mij begin af te vragen waarom ik nog veel boeken zou lezen maar ik troost mezelf met de gedachte dat er altijd iets vaags, iets algemeens van zal blijven hangen en dat ik in de tijd die het duurt alvorens ik wat ik heb gelezen ben vergeten er toch nog altijd in slaag om anderen er mee van te laten profiteren – dat vergeten dus van alles wat nieuw is, is natuurlijk een van de belangrijkste redenen waarom ik zoveel mogelijk van wat ik op deze reis meemaak en ervaar en overdenk in deze notities probeer vast te houden. Dat heeft met altruïstische communicatiedrang niets te maken, het is puur pragmatisch eigenbelang. Overlevingsijver.