donderdag 26 maart 2015

& 5



VOORSPELBAARHEDEN


De wereld draait, tussen al het ongewisse door, ook op een stuk of wat voorspelbaarheden.

Vrijdagochtend, schoonmaakdag. Ik fiets naar het station. Uit het raam op de eerste verdieping van een huis aan de Katelijnevest, dicht tegen de Gentpoort, klopt een man in grijze stofjas zijn slaapkamertapijtje uit. Net als vorige week, precies op hetzelfde ogenblik. Ik stel vast dat ik deze herhaling aangenaam vind.

Waarom springt je hart op als je in een anonieme massa tot twee keer toe hetzelfde gezicht ontwaart? Waarom ben je gerustgesteld als je op een wandeling langs de bosrand op precies dezelfde plaats als de vorige keer een koppel kauwen ziet aanvliegen, of als boven de snelwegberm op precies dezelfde plaats als de dag tevoren een torenvalk hangt te bidden? Is het omdat deze onbenullige regelmatigheden misschien wat orde scheppen in het anders – volgens sommigen – onoverzichtelijke bestaan?

De eerste keer dat ik die man z'n matje zag uitkloppen, zei het me niets. Het drong net genoeg tot me door opdat ik het me de tweede keer zou herinneren, blijkbaar. Maar met die tweede keer ontstaat, door de herhaling, een surplus.

Misschien dacht die man met z’n matje wel: vreemd, precies op hetzelfde ogenblik reed vorige week die kerel voorbij, met z’n bruine boekentas gekneld tussen de leuning van dat kinderzitje.

Eerder gepubliceerd in De Standaard van 24 februari 1995