zaterdag 9 mei 2015

los ingeslagen 221



De wereld is in mijn stad, en niet meer uitsluitend in de vorm van slenterende en ijsjes en chocolade consumerende toeristen.

In de Oude Zak – zo heet die straat – duwt een jongeman, van een jaar of zestien schat ik, mij een briefkaart onder de neus met daarop een adres: ‘Oude Zak 39’. Ik zeg hem dat hij zich in de juiste straat bevindt, en vind het dus vreemd dat hij niet op eigen kracht het nummer kan vinden. Blijkt dat hij een verkeerd adres heeft gekregen van het OCMW van Oostkamp (weet ik van het logo op de kaart): de school die hij zoekt bevindt zich niet op het nummer 39 maar aan de andere kant van de straat, op het nummer 58. Ik help de jongen op weg. Engels verstaat hij niet, wel een beetje Nederlands. Ik vraag hem waar hij vandaan komt. Afghanistan. Hij is vandaag, zaterdag, speciaal naar hier gekomen om uit te zoeken waar hij maandag moet zijn want vanaf dan komt hij hier school lopen.

Wat later, bij de bakker, plaatst een opnieuw donker type voor mij zijn bestelling in een nog zoekend maar toch al redelijk verdienstelijk Nederlands. Ik schat hem een jaar of vijf ouder dan de Afghaan in de Oude Zak. De bakkersvrouw complimenteert hem met zijn taalkennis. Zij stelt enkele vragen, vriendelijk en geïnteresseerd. Ik heb de indruk dat de jongeman blij is met haar belangstelling. En zo leer ik dat hij na een jaar in Nederland te hebben verbleven nu al twee jaar in België woont. Hij is drie jaar geleden uit Syrië vertrokken.