woensdag 10 juni 2015

op verhaal 54

Solo 1


Wat is de diepe, diepe drijfveer achter het vertellen van verhalen? Steven overwoog dat het iets met de relaties tussen de generaties te maken had. Met het doorgeven van identiteit. Hij had zich pas op de begrafenis van zijn vader – een treurige bedoening – gerealiseerd hoe weinig er langs die familielijn was overgeleverd. Steven bewaarde herinneringen aan zijn vader uit de tijd dat hij, zijn vader, zijn gezin nog niet verlaten had, maar die herinneringen vertelden nauwelijks iets over de man die zijn vader was geweest en al helemaal niets van de tijd toen hij, zijn vader, nog geen vader was geworden. Dit handvol anekdotes liet zich vaak enkel in vage bewoordingen vertellen, te meer omdat deze gebeurtenissen, of de omstandigheden waarin ze hadden plaatsgevonden, meestal onprettig waren. Bovendien waren de gelegenheden waarop deze herinneringen zouden kunnen worden opgehaald, mocht iemand daartoe al de behoefte voelen, in de loop der jaren buitengewoon schaars geworden. Tussen Stevens heden en zijn familale verleden gaapte een diepe kloof, en als zijn verleden al iets tot zijn identiteit bijdroeg, dan vooral op een negatieve wijze: meer vanuit die kloof, die een afwezigheid vertegenwoordigde, een gemis, dan vanuit de veronderstelde ongereptheid aan gene zijde ervan: dat duister geworden en voor immer onophelderbare verleden waaruit hij, per slot van rekening, toch ook zelf was voortgekomen.

Vanuit dit besef, en ook al omdat hij inmiddels zelf vader geworden was en derhalve kinderen had aan wie hij iets door te geven wilde hebben, had Steven zich voorgenomen om zijn moeder te interviewen. Nu het nog kon, lang moest hij daarmee echt niet meer wachten.

En dus nam hij de eerstvolgende keer dat hij in haar muffe woonst bij haar op bezoek kwam een notaboekje en een balpen mee. Op die manier koppelde hij zijn altijd onaangename, maar onomzeilbare bezoekplicht aan iets nuttigs en creatiefs, overwoog hij nog. Hij zou haar vragen om herinneringen aan haar jeugd op te halen, en hij zou deze herinneringen in enkele trefwoorden proberen bij te houden. Hij zou, terug thuis, deze summiere notities uitwerken tot korte verhalen, die hij dan met zijn broer en zus en al wie het wenste zou delen.

Op die manier zou hij zijn moeder, die aan het wegdeemsteren was, wat beter in de werkelijkheid verankeren. Dat was een vreemde gedachte, vond Steven zelf. Hij zou haar leven oprekken, reëler maken, levendiger ook. En tegelijk zou hij misschien meer over zichzelf aan de weet komen.

Wat wist hij eigenlijk van zijn moeders kindertijd? Zij had hem daar bitter weinig over verteld. Hij had er ook nooit naar gevraagd.

Steven had niet verwacht dat zijn moeder zo vlot haar medewerking zou verlenen aan zijn plan. Hij kreeg zelfs de indruk dat ze blij was met zijn plotse belangstelling, dat ze er op had gewacht. Zij ging met plezier tot zeventig jaar terug en vroeg niet eens wat hij met zijn notities beoogde. Het deed haar goed om herinneringen op te halen aan een tijd die, mocht hij niet meer zijn opgeboord, zo overwoog Steven, onherroepelijk samen met haar zou worden begraven. Wanneer? Tja, dat zou denkelijk niet zo heel veel jaren meer duren.

Een enkele keer maakte zij allusie op haar nabije dood, en dat zij nu het nog kon haar verhalen moest vertellen, maar zij scheen het niet erg te vinden. De vreugde om de aandacht die haar jongste zoon voor haar opbracht, woog kennelijk zwaarder door dan het akelig vernauwende perspectief waarin zij, een oud en eenzaam geworden vrouw van 78 jaar, na een hard en triest maar af en toe toch ook eens mooi leven amechtig naar adem snakte.

Steven luisterde en tekende op en werkte uit. Hij hielp zijn moeder bij het vinden van namen, leidde haar weg van bijkomstigheden, onderbrak haar voorzichtig wanneer zij in herhaling dreigde te vallen. 

Het leverde interessante verhalen op. Mooie ook. Sommige herkende hij – blijkbaar had zijn moeder er dan toch, ooit eens, over verteld en waren ze in de loop der jaren uit zijn geheugen verdwenen, om nu met een markant detail te blijven haken zodat het hele verhaal zich al na enkele woorden sneller voor zijn geestesoog ontplooide dan zijn moeder het vertellen kon. Na een drietal sessies begon Steven te merken dat het vertellen zijn moeder snel uitputte. Dat ze al eens aan eenzelfde anekdote begon. Alles bij elkaar bleek het verhalenarsenaal waarover zij beschikte bedroevend – en schrikbarend – onomvangrijk. Steven besefte dat hij inderdaad niet veel langer had mogen wachten met zijn initiatief. Ja, het was eigenlijk al te laat.