dinsdag 22 september 2015

los ingeslagen 281




18 december 2001


S. mailt me dat W.G. Sebald vorige zaterdag is omgekomen in een auto-ongeluk. Hij was nog maar 58. Dit nieuws raakt me. Sebald was de auteur met wie ik me het meest verwant voelde. Hij was een vriend, ik had het gevoel dat ik hem kende. Hij sprak me áán. En nu is hij er niet meer. Ik zal dus nooit de boeken te lezen krijgen die hij nog zou hebben geschreven. Dat binnenkort de Nederlandse vertaling van Austerlitz er aan komt, is een schrale troost…

De laatste keer dat ik aan Sebald dacht, was vorige zaterdag. Ik weet het nog precies: het was op de tentoonstelling ‘Tussen hemel en aarde’, met die foto’s van Yann Arthus-Bertrand. Op een van de foto’s was een omgewaaid bos in de Vogezen te zien. Omgewaaide bomen doen mij altijd denken aan Sebald vanwege die, vind ik, aangrijpende passage in De ringen van Saturnus. (Ik schreef er ooit nog over in een brief aan B.) In die tentoonstelling legde ik T. nog uit wat ik op basis van de korte tekst naast de foto ter plekke opstak: dat ze het bos opnieuw aanplanten, maar nu op een manier die vriendelijker is voor fauna en flora; dat dus, met andere woorden, zo’n catastrofe ook gunstige uitwerkingen kan hebben…