zaterdag 19 maart 2016

vierenvijftig 160


12 maart 2016

zaterdag

ZALM / NESPRESSO

Ted Hughes schrijft op 8 oktober 1989 een brief aan Seamus Heaney. Daarin vertelt hij wat hij vond van Heaneys bundel Quartet. Hij las de bundel op de Hebriden, waar hij op de loch van Grimersta op zalm ging vissen. Er is dit jaar niet veel zalm, schrijft Hughes nog, omdat er al diep in zee, nog voor de dieren het zoete water bereiken, op gevist wordt met lange sleepnetten.

Het is een geliefd tijdverdrijf voor Ted Hughes, dat vissen. Hij heeft vele visvakanties samen met zijn zoon Nicholas doorgemaakt, niet alleen in Schotland maar ook in Alaska.

Hughes ziet in de gedichten, die hij zeer apprecieert, een poging van Heaney om zijn ‘laren & penaten’ te recupereren. Na de dood van zijn vader, nu hij dus ‘het nieuwe hoofd van de familie’ is geworden, draagt hij er voortaan ‘als enige de zorg’ voor. De wisseling van de generaties gaat gepaard met een ‘soort rituele investituur’. De ‘absolute, volwassen verantwoordelijkheid voor jezelf’ is ‘nooit werkelijk mogelijk (…) zolang je vader in leven is’.

Ik vind dit een bijzonder belangwekkende gedachte en vraag mij af hoe deze wisseling, het niet meer gedekt zijn door de vaderlijke autoriteit en het moeten opnemen van volwassenheid doordat de vaderfiguur verdwijnt, zich in mijn leven heeft voltrokken. Er zijn goede en er zijn minder goede manieren om dit scenario in te vullen. Maar wat zijn de gevolgen van de minder goede? (Ted Hughes, Ik wil nooit vergeven worden, 444) ¶

© Henri Cartier-Bresson
‘U kunt niet twijfelen aan het bestaan van de hel. U leeft er immers in.’ Dat zegt een van de personages in The American van Anton Corbijn (2010) en het klinkt pertinent. Maar het komt niet aan. Corbijn doet zijn best om een meeslepende thriller te maken met meedogenloze schurken, maar zijn esthetiek staat hem in de weg.

Anton Corbijn is een zeer verdienstelijke fotograaf, gespecialiseerd in rock-‘n-roll. In Control (2007), een biografische film over Ian Curtis, de leider van de Britse cultband Joy Division, slaagde hij erin om de visuele codes van de rockfotografie te verzoenen met de vereisten van de movie picture, het bewegende beeld. Met The American, hoewel nooit onaangenaam of vervelend, slaagt Corbijn daar niet in.

De fotografenknipoog naar Henri Cartier-Bresson ontgaat fotografiekenners niet. Cartier-Bresson zette het Italiaanse bergdorp Sulmona op de kaart – een aantal van zijn overbekende foto’s zullen wie naar The American kijkt beslist voor de geest komen.

We krijgen trouwens de ene schitterende foto na de andere te zien. Prachtige landschappen, zorgvuldige belichting, evenwichtige composities. Maar ik kreeg net iets te veel het gevoel naar een toeristische promofilm te kijken (eerst Zweden, dan de Abruzzen) en, met een koffiedrinkende George Clooney, naar een publiciteit van Nespresso. Dat kwam het sérieux die nodig is om me volledig in de plot onder te dompelen niet ten goede. ¶