maandag 30 mei 2016

Jan Ole Gerster, Oh Boy



Met zwart-witfotografie moet je opletten want voor je het weet krijg je een te esthetiserend beeld. Jan Ole Gerster nadert met zijn in zwart-wit gedraaide debuutfilm Oh Boy (2012) die grens: soms zijn de contrasten en lichteffecten te fraai, te berekend, te uitgebalanceerd. Je verlangt dan naar het grauwe, ongekunstelde, wiebelende kleurenrealisme van het betere sociale drama à la les frères Dardenne of Ken Loach.

Maar goed, in Oh Boy is de beeldesthetiek nog net een extra. Het totaalbeeld blijft genuanceerd – zoals ook de personages geen karikaturen zijn. Net niet. Dit ‘net niet’ verklaart wellicht waarom deze film zo’n groot succes is geworden: Gerster brengt ernst en luim in een goed verteerbare dosis, hij pinkt met een lach een traan weg.

We volgen de jongeman Niko Fischer (Tom Schilling) gedurende a day in the life in Berlijn anno nu. Niko heeft tot dusverre in zijn nog jonge leven bijzonder veel kansen de nek omgedraaid. Hij brengt zijn dagen door met op kosten van zijn vader, die denkt dat zoonlief rechten studeert, in de grootstad op zoek te gaan naar koffie (nadat hij in het begin van de dag een aangeboden kop heeft afgeslagen). En hij ontmoet tijdens deze odyssee mensen: een meisje dat hij ooit pestte omdat ze dik was – zij draagt daarvan nog altijd, ondanks haar recent verworven ranke leest, de psychische gevolgen; een wanhopige buurman die tegen zichzelf tafelvoetbal speelt in het souterrain; de flierefluitende amateurtoneelspeler Matze die Niko meeneemt naar een filmset waar een Duitse filmmaker zijn steentje bijdraagt tot de collectieve verwerking van het oorlogstrauma; op de golfbaan zijn vader die er achter komt dat zoonlief al lang zijn studies heeft stopgezet en dus niet meer in aanmerking komt voor een royaal stipendium (‘Het enige wat ik als vader nog voor jou, mijn zoon, kan doen, is niets meer doen’); een bejaarde dame die niet beseft dat kleinzoonlief in haar appartement drugs dealt; een bejaarde man die als kind de Kristallnacht vooral vervelend vond omdat de vele scherven op de grond hem het fietsen bemoeilijkten.

Het thema Vergangenheitsbewältigung is onnadrukkelijk aanwezig. Het ooit dikke meisje blijft, ook na haar persoonlijke Wirtschaftswunder, een gekwetst kind en verschilt daarin niet van Duitsland. De filmacteur op de set, compleet in veldgrijs uniform (ook mooi in zwart-wit!), inclusief glimmende kepie en hakenkruisarmband, antwoordt flegmatiek op de vraag of het verhaal waarin hij zijn rol speelt op een waargebeurd feit berust: ‘Ja, het is waargebeurd, maar wat wil je, das war der Zweite Weltkrieg’ – met de ondertoon van: ‘Daar zijn we nu eindelijk achtergekomen, dat die oorlog niet alleen in tv-documentaires maar ook wérkelijk heeft plaatsgevonden.’ Gerster is messcherp hier: het argument ‘Achteraf gezien’ is al te goedkoop. Je moet op het moment zélf je verantwoordelijkheid opnemen en je niet in collectieve verdwazing verschuilen achter de anderen. Het ‘Achteraf gezien’ bestond toen nog niet en kan nu dus alleen maar sofistisch worden ingeroepen als excuus voor het wir haben es nicht gewußt – niet alleen bij wat – onder meer – de joden is aangedaan maar ook dat ene dikke meisje op school.

En zo sluipen in deze schijnbaar luchtige film topzware thema’s binnen. Gerster doet dat goed. Enkele dialogen zijn buitengewoon sterk. Het gesprek tussen Niko en de oude Kristallnachtman ’s nachts in de bar (waar ook al geen koffie is te krijgen) beklijft. Eens te meer blijkt dat Niko over empathisch vermogen beschikt: hij heeft vandaag al met zorg naar het meisje geluisterd, naar de buurman, naar de oude vrouw in het appartement en nu is er deze man. Aanvankelijk lijkt deze grijsaard zich op te dringen, is hij zo’n vervelende eenzame man zoals je er ’s nachts op café wel eens een kunt aantreffen. Maar hij vertelt, en hij vertelt even indringend als Gerster dit tooggesprek in beeld brengt. De man wordt een méns, en Niko betreurt het ‘achteraf’ dat hij zijn naam niet kent, niet eens zijn voornaam.

Deze behoefte om de man een naam te geven, maakt van Niko een geredde mens.

Oh Boy was in Duitsland een kassucces en oogstte er meerdere prijzen. Zeer terecht.