zaterdag 21 mei 2016

vierenvijftig 179


13 mei 2016

vrijdag

Nous ne vieillirons pas ensemble (1971) van Maurice Pialat gaat over hoe moeizaam het einde van een relatie tot stand komt wanneer alleen nog de seks goed is. Bij de zoveelste ruzie besluit het meisje (Marlène Jobert) eindelijk tot een definitieve breuk, maar ze wil wel nog één allerlaatste keer naar bed met haar bijzonder korzelige brombeer (Jean Yanne), een getrouwde man die in de zes jaar dat hij Cathérine als maîtresse had nooit overwoog om van zijn vrouw te scheiden. Yanne kreeg voor zijn vertolking een prijs voor de beste mannelijke rol in Cannes. Het script wou dat hij een behoorlijk vrouwonvriendelijke macho neerzette, en dat deed hij zo overtuigend dat het niet te harden is. In een gesprek met de eeuwig jonge Michel Drucker vertelt Jobert dat de relatie tussen Pialat en Yanne in die mate verzuurd was dat het geen haar scheelde of de film werd midden in de tournages stopgezet. Wellicht verklaart die onenigheid ook wel enigszins waarom Yanne er in deze film zo nurks bij loopt. Leuk aan deze film vond ik vooral de jaren zeventig-look, zichtbaar in de coiffures, de kledij (veel bruin, beige en oranje) en de auto’s op straat. Dat laatste heeft voelbaar iets zeer natuurlijks omdat Pialat gewoon filmde wat er zich op dat moment aandiende, en wat lijkt dat nu verschrikkelijk ver weg allemaal.

Dat gevoel van ‘natuurlijkheid’ in de verfilmde stedelijkheid heb je helemaal niet in Der Staat gegen Fritz Bauer (Lars Kraume, 2015), een politiek-psychologisch drama over de jacht van een Duits-joodse ambtenaar op oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann (waardoor deze film enigszins overlapt met de biografische film Hannah Arendt (2012)). Der Staat… is nú gemaakt maar speelt op het eind van de jaren vijftig, en kosten noch moeite werden gespaard om dit op een overtuigende wijze in beeld te brengen. Heel wat oldtimer Mercedessen, Opels en Volkswagens werden gemobiliseerd om de buitenscènes eigentijds te maken, maar al die auto’s blinken te veel en rijden rond in een te opzichtige choreografie. In twee verschillende vanuit een auto gefilmde shots zien we zelfs twee keer dezelfde autobus passeren, gevolgd door dezelfde personenwagen. Wat me ook wel bijbleef, is hoeveel smaakvoller de kleren en interieurs toen waren in vergelijking met wat – nauwelijks te geloven – twaalf jaar later Maurice Pialat door zijn lens zag, nadat die vermaledijde democratiserende en alle zin voor smaak en distantie wegvagende jaren zestig over alles heen waren gegaan.

Nog een film die ik dezer dagen zag, was Jeune & Jolie van François Ozon (2013), over het verborgen leven van onze kinderen.