vrijdag 10 juni 2016

driekleur 251



De hemel lijkt altijd zo groot boven die vlakke sportvelden vol schoolkinderen die achter een verre toekomst aan jagen terwijl onheilspellende zilverzwarte wolken zich boven hen samenpakken. Terugrijdend naar de 128, zag ik dat de lente westelijk van Boston verder was gevorderd dan ten noorden ervan; aan de esdoorns hadden de bloesems, die hier nu in een geelgroen laagje de wegen bedekten, plaatsgemaakt voor half ontvouwde blaadjes, en langs de witte hekken stonden al rode en gele rijen tulpen.

John Updike, Naar het einde der tijden, 149