maandag 11 juli 2016

de zomer van 2016 – 22



De arbeidsgeneesheer helpt me de cijfers te interpreteren, al had ik het meeste met een vluchtige blik op de uitdraai zelf ook wel juist afgeleid.

‘Witte bloedlichaampjes: perfect. IJzer: perfect. Trombocyten, u herkent de naam wel – dat zorgt voor de bloedstolling, hoe snel een wonde dichtgaat. Dat zit goed bij u, u hoeft zich geen zorgen te maken. Vitamine D, dat kan beter, maar dat is bij iedereen hier zo: we zien te weinig zon.’

‘Ze schijnt te weinig,’ zeg ik.

‘Ja. Ze schijnt te weinig. Dat ook. Hier, uw cholesterol, dat kan wel beter. Meer lichaamsbeweging en een beetje op uw voeding letten. Maar met de vetten zit het goed. En kijk, met die lever van u kunt u nog duizend jaar mee.’

‘Is dat niet wat lang, dokter?’ Ik bedank de dokter omdat hij weer eens voor een jaar of twee mijn medische geweten heeft gesust en keer terug naar mijn werkplek, tot waar het zonlicht niet doordringt. ¶