zondag 17 juli 2016

François Ozon, Sous le sable



Marie verliest haar man en belandt in een langdurige ontkenningsfase. Zij weigert niet alleen de nieuwe realiteit te aanvaarden, zij hallucineert er zich een bij elkaar waarin haar man wel degelijk nog zijn plaats opeist. Dat staat uiteraard een normale rouwverwerking en bijgevolg ook nieuwe bindingen in de weg.

Dat is heel in het kort waar Sous le sable (2000) van François Ozon over gaat. Charlotte Rampling is de geknipte actrice om deze pathologie te veraanschouwelijken – al moet gezegd dat Ozon haar wel heel nadrukkelijk in beeld brengt: hoeveel procent van de totale filmtijd zoomt hij zijn camera in op de Engelse actrice met de overhangende oogleden en de brede bovenlip?

Gelukkig brengt deze film méér. Sous le sable is een gevoelige studie van het menselijk onvermogen, zoals het zich, meer bepaald, ook in schijnbaar goede huwelijken manifesteert.

Meer nog dan over een vrouw die de werkelijkheid ontkent, gaat deze film over een vrouw die de werkelijkheid niet ziet. Rouw is misschien vooral dit: ‘Ach, had ik het maar gezien toen het nog kon.’

In het begin van de film besteedt Ozon opmerkelijk veel aandacht aan de kleine dingen die samen iets groots als een standvastige liefde uitmaken: het samen opplooien van een laken, het verzamelen van aanmaakhout voor het haardvuur, het klaarmaken van een eenvoudige maaltijd, het genot van een oude fles, de lectuur. Maar meteen wisselt hij deze beelden af met manifestaties van verval: de wijn is al over zijn hoogtepunt heen, in het bos wordt het rottende hout door insecten opgeruimd, Marie schminkt voor de spiegel haar rimpels weg. ‘Ik ben mijn jeugd kwijt,’ stelt ze vast – het is een vorm van egocentrisme, die haar belet te zien dat het met haar man, de zwaarlijvige Jean (Bruno Cremer ofte le commissaire Maigret), niet oké is. Later hoort ze van een dokter dat Jean zich bij haar verveelde en daardoor in een depressie was beland. Deze echtgenoten kenden elkaar, ondanks vijfentwintig jaar huwelijk, nauwelijks en deden ook geen inspanningen meer om daar iets aan te doen. Hun huwelijk was een routine geworden. Ze raakten elkaar niet meer aan. Marie stond daar niet bij stil en knipte zonder veel aandringen het licht aan haar kant van het bed uit wanneer Jean zijn massieve lichaam van haar had weggedraaid.

Ozon toont hoe onze levens worden neergeslagen in voorwerpen: foto’s, boeken, een boekentas, een vulpen. Als hun eigenaar er dan niet meer is, worden deze voorwerpen met een onnoemelijke en ondraaglijke betekenis beladen.

Er zijn ook de kleine gewoontes die zich doorzetten, de rituelen van het huwelijk. Marie smeert onnadenkend een beschuit voor Vincent, de man die haar na de dood van Jean, maar nog voordat de werkelijkheid daarvan volledig tot haar is doorgedrongen, het hof maakt. Dat deed ze ook voor Jean: een ontbijtbeschuit smeren. Ze beseft nu niet eens dat ze dit gebaar herhaalt. Maar soms beseft ze het wel. Wanneer Vincent tijdens het liefdesspel op haar ligt, schiet Marie in een lach. Vincent is verbouwereerd. Marie legt uit: ‘Jij weegt zo licht, ik ben dat niet gewoon.’ Wanneer ze het uitmaakt, snauwt ze Vincent toe: ‘Tu ne fais pas le poids.’ Hij weegt te licht – maar dan wel vooral in een andere betekenis.

Sous le sable is een trage, grondige en weemoedige film. Maar het is ook een positieve film omdat hij een belangrijke levensles bevat. En uiteraard is Rampling indrukwekkend.