zondag 20 augustus 2017

driekleur 322



Alentejo, stelde hij vast toen hij door het geluid van de motor heen luisterde, turend naar de vlucht van de grote zwarte vlinders van de late middag, die als trillende schaduwblaadjes tevoorschijn fladderden uit de jonge kurkeiken, de gele zomerakkers en de eeuwig mysterieuze, eeuwig nachtelijke olijfbomen, zilverkleurig en paarsachtig in de warme late-middaglucht, Alentejo begint deze afwijkende kleur van de stilte te zijn, dit witte vel van de stilte dat verre honden van tijd tot tijd kapotscheuren met hun geblaf zo rood als de klarinet van een clown.

António Lobo Antunes, Reis naar het einde, 98