dinsdag 13 februari 2018

Bodo Kirchhoff, Wedervaring



de winter van 2018 – 30

123 – Ik heb me nog eens laten ompraten door praatjes op het achterplat: ‘meesterlijk gecomponeerde novelle’, ‘schitterende kleine roman’, een ‘heel zinnelijk en gloedvol boek’. Ik schafte mij dus Wedervaring aan, de recente (2016) roman van de zeventigjarige Duitse schrijver Bodo Kirchhoff, van wie ik ooit al eens iets had gelezen (Infante), maar ik herinnerde mij daar niets van. Vooral het uitgangspunt van het verhaal intrigeerde me – twee oude mensen ontmoeten elkaar en besluiten, hoewel ze ‘[e]nige hoop op een grote liefde (…) allebei lang geleden [hebben] opgegeven’, ‘samen een autorit naar Tirol te maken’ – en ik koesterde, zoals wel vaker in de boekhandel, het verlangen mij positief te laten verrassen.

Bodo Kirchhoff heeft mij niet teleurgesteld. Wedervaring (Widerfahrnis) is een zeer lezenswaardige, meeslepende en intelligente roman over hoe oude mensen met hun oude idealen, verlangens en teleurstellingen hun weg zoeken in de wereld van vandaag. Die helemaal anders is dan de wereld waarin ze die idealen, verlangens en teleurstellingen ontwikkelden. Dan hún wereld. Inderdaad, ‘het menselijke [wordt] er met het verstrijken van de jaren nauwelijks eenvoudiger op’. ‘Als de zon ondergaat achter de daken, ben ik alleen met mijn verlangen’.

Een zekere weemoed is Kirchhoffs hoofdpersonages zeker niet vreemd, hij laat ‘het verschrikkelijke verlangen om nog een keer jong te zijn’ bezit van hen nemen. Maar dat hoeft niet per se negatief te zijn: ‘het leven gaat langs bergen en dalen, ook slechte herinneringen hebben zin, ze scherpen je blik voor wat er mooi is in het heden’. Zelfs de liefde maakt op hoge leeftijd nog een kans, maar je moet bereid zijn de verschansingen die je rondom je hebt opgetrokken te verlaten: ‘Een eerste kus lukt nooit als je niet boven jezelf uitstijgt.’ Al valt er, zo vernemen we, over de liefde al bij al niet veel te zeggen. In dat opzicht lijkt zij op de zee (die in de reis die de twee helden van dit verhaal maken eens ze de bergen over zijn voortdurend aanwezig is): zij is niet meer dan ‘een idee (…) waarover je zo fijn kon praten zonder er een nauwkeurig beeld van te hebben’. Maar even oneindig als de zee is zij ook. En even verraderlijk.

Zonder moraliserend of paternalistisch te worden – Kirchhoff lijkt zich zeer goed van bewust van de banvloek die daarop rust – kaart de auteur de teloorgang van bepaalde omgangsvormen aan. ‘Jij zeggen betekent alleen iets als je eerst u hebt gezegd.’ En een hoed draag je niet alleen tegen de kou. (Zoals Thomas Mann ergens schrijft: de ware betekenis van een hoed dragen is dat je hem kunt afnemen.) Met de mobiele telefonie – ‘het te pas en te onpas telefoneren, waar je ook was’ – verloopt de communicatie totaal anders. En Kirchhoff laat zijn personages er duchtig op los roken, dat alleen al lijkt een commentaar op de huidige mores.

Een van de redenen waarom ik Wedervaring goed vind, is dat Kirchhoff erin slaagt om op een originele manier zijn hoofdpersonage, de gepensioneerde uitgever Joachim Reither, niet alleen gestalte te geven in wat hij over hem te vertellen heeft, maar ook in zijn taal. Reither is een man van het woord, iemand die zijn hele leven teksten van anderen heeft beoordeeld en verbeterd waar nodig – en zo laat Kirchhoff hem ook met zijn eigen taal omspringen: voortdurend vraagt Reither zich af of hij het wel goed en juist zegt, of hij zich niet te veel uitlevert aan clichés en herhalingen… Hij lijkt de eindredacteur van zijn eigen gedachten – en dat laat Kirchhoff toe om aan te tonen hoe sterk onze beleving van de wereld door de taal wordt gekleurd en vormgegeven. Het bijzondere is natuurlijk dat deze zelfcorrecties in een tekst worden geëxpliciteerd, wat tot plezierige verdubbelingen aanleiding geeft, zoals hier: ‘De zon scheen naar binnen, het leek een ochtend in het begin van de zomer, alleen losse wolkjes aan een nog lichtblauwe hemel en op het plein al volop bedrijvigheid, vrouwen met manden en tassen, mannen die met reseveonderdelen sjouwden, een uitlaat, een velg, of achter karren vol koopwaar liepen, pannen, matrassen, fruit – mooi om te zien, niets voor een boek.’ Of hier: ‘dat had hij meteen doorgestreept, alleen was het leven geen nieuwe uitgave van uitgeverij Reither, zeker nu die niet meer bestond.’

Meer weet ik zo los uit de pols niet meteen over het boek te zeggen, behalve misschien nog dat het spannend blijft tot op het eind want natuurlijk wil je weten of de romance standhoudt! En ja, ook dat vluchtelingen een belangrijke rol spelen – wat het dan weer zeer actueel maakt. (In dat verband: je merkt het dikwijls op, dat willen ontwarren van onze verknoopte relatie met wat gemeenzaam de ‘Derde Wereld’ wordt genoemd, denk maar aan – alleen al in de Nederlandstalige letteren – Honger van Ouariachi, of De onderwaterzwemmer van P.F. Thomése, of La Superba van Ilja Leonard Pfeijffer.)