dinsdag 27 maart 2018

sapiens 16


lees hier van bij het begin

Het kapitalistische credo

Kolonialisme en wetenschap volstaan niet om de eenmaking van de wereld te verklaren. Het kapitalisme heeft daar evenzeer toe geleid.

De moderne economische geschiedenis, vanaf 1500, wordt gekenmerkt door: groei. Frappant daarbij is dat vertrouwen ‘de enige dekking’ is ‘die het meeste geld ter wereld heeft’. Economie steunt op de imaginaire orde. Voorheen werd geld enkel gedekt door werkelijk bestaande dingen. Daardoor was het moeilijk om nieuwe ondernemingen, die voor groei zorgen, te financieren. Het nodige geloof dat er in de toekomst méér geld zou zijn, waarmee de ondernemer zijn lening zou kunnen terugbetalen, kwam er pas met de wetenschappelijke revolutie en de vooruitgangsgedachte. Gekoppeld aan de idee van Adam Smith (1776) ‘dat de egoïstische menselijke drang om zijn privé-inkomen te vergroten de basis is voor collectieve rijkdom’. Deze idee is revolutionair omdat egoïsme niet langer als kwaad wordt aangezien. Dat was niets minder dan een Umwertung aller Werte. De rijke is moreel goed omdat hij zijn rijkdom investeert, niet in nutteloze praal zoals de middeleeuwse aristocraat maar in nieuwe ondernemingen, wat de welvaart voor iedereen vergroot. Dat is de essentie van het kapitalisme – en die is doorgedrongen tot aan de regeringstafel en tot in de meest bescheiden huishoudens. Kapitalisme is de nieuwe religie. Vragen over ‘rechtvaardigheid, vrijheid en zelfs geluk’ worden beantwoord met kapitalistische voorschriften. Het kapitalisme bepaalt ook in grote mate de voortgang van de wetenschap: enkel wat winst belooft, wordt gefinancierd. Omgekeerd houdt ook de wetenschap het kapitalisme draaiende met alsmaar nieuwe uitvindingen. Het is evident dat deze mallemolen op een dag uit de rails gaat vliegen.

Het kredietsysteem, dat aan de basis ligt van het westerse kapitalisme, bestond al lang in het Oosten. Maar daar keken de heersers, die uit waren op de status-quo, neer op kooplui. In het Westen daarentegen slaagden de kooplui erin om de macht over te nemen. Het westerse expansionisme was een mercantiele aangelegenheid, het werd ‘geregisseerd door kapitalisten wier voornaamste ambitie het was om maximale winst uit hun investeringen te halen’. De Nederlandse Gouden Eeuw was gebaseerd op krediet, en dus op vertrouwen in de toekomst, en op van de macht onafhankelijke rechtspraak. ‘En het waren de Hollandse kooplieden – en niet de Hollandse staat – die het Hollandse wereldrijk opbouwden.’ Terwijl de Vereenigde Oostindische Compagnie (1602) begon met de mercantiele – en ook militair ondersteunde – verovering van wat nu Indonesië is, verloren de Spanjaarden hun wereldmacht doordat ze niet zo’n mercantiele instelling hadden. De wereldheerschappij van grote bedrijven, zoals we die nu kennen, is niets anders dan een herhaling van het Hollandse mercantiele kolonialisme.

Na Holland traden Frankrijk en Groot-Brittannië naar voren op het strijdperk om de wereldmacht. De Britten wonnen deze competitie, onder andere doordat het Franse kredietvertrouwen ten onder was gegaan als gevolg van de aandelenzeepbel van de Mississippi Compagnie (1719), een debacle dat rechtstreeks tot de politieke omwentelingen van 1789 leidde. Ondertussen koloniseerden de Britten grote delen van de wereld met een mercantiele macht naar Hollands model.

In de negentiende eeuw schikten de staatsmachten zich naar de mercantiele logica. Nederland (1800) en Groot-Brittannië (1858) nationaliseerden de kolonies. De cynische en moreel indifferente mercantiele logica vermengde zich toen helemaal met het staatsbeleid. Dat was al zo met de Opiumoorlogen (1840-1842), waarbij Groot-Brittannië China op de knieën dwong om een drugshandel te kunnen beschermen. We kregen in diezelfde negentiende eeuw ook nog de beursgenoteerde Britse bemoeienissen in Egypte en Griekenland.

Hoe moeten kapitaal en politiek zich tot elkaar verhouden? De aanhangers van de vrijemarkteconomie (liefst géén politieke inmenging) staan tegenover de staatsgeleide economieën. Feit is hoe dan ook dat het beleid excessen van fraude, diefstal, monopolisering en slechte behandeling van werknemers moet kunnen indijken. Anders krijg je ‘stoten’ zoals de Mississippizeepbel of de ‘Amerikaanse hypotheekbubbel van 2007’. Of de door het kapitalisme gegenereerde slavernij: ‘In de hele achttiende eeuw lag het rendement op investeringen in de slavenhandel op zo’n zes procent per jaar.’

De conclusie moge duidelijk zijn: de vrije markt is ethisch blind. Wij weten niet wat de bank doet met onze spaarcenten. ‘Als groei het hoogste goed wordt, ongehinderd door ethische overwegingen, kan dat maar al te gemakkelijk leiden tot grote rampen. (…) Het kapitalisme heeft miljoenen mensen omgebracht uit kille berekening en hebzucht.’ Het koloniale project van Leopold II van België was een gigantische uitbuitingsoperatie onder een humanitaire dekmantel. ‘Sommige schattingen komen uit op tien miljoen doden.’

(Ik ga de Max Havelaar eens herlezen.)

(wordtvervolgd)