woensdag 4 april 2018

de lente van 2018 – 5

145 – De Ronde van Vlaanderen, en bij uitbreiding het hele wielercircus wanneer het op Vlaamse bodem passeert, wordt de jongste jaren steeds nadrukkelijker ingepalmd door het Vlaams-nationalistische activisme. De flaminganten misbruiken gretig de kans om op het vehikel van de uitvoerige mediatisering van deze evenementen hun niet mis te verstane boodschap uit te dragen: je kunt niet naast al dat gevlaggezwaai kijken. De aanwezigheid van honderden Vlaamse vlaggen (meestal de extremistische variant, dus zonder de rode klauwen en rode tong) en van vele duizenden uitgedeelde papieren vaantjes en petjes creëert een beeld alsof de Ronde van Vlaanderen een politiek geïnspireerde manifestatie is, alsof er een soort van Vlaamse eensgezindheid bestaat, die dan via de televisiebeelden van de koers overal, tot ver in het buitenland, wordt verspreid. Maar de mensen die met dat geel en zwart zwaaien, supporteren niet voor Vlaamse coureurs. Neen, zij helpen een boodschap uitdragen. En ze doen dat al dan niet uit overtuiging. Ik denk in elk geval niet dat de talrijke kinderen die met die vaantjes wuiven, de Vlaams-nationalistische boodschap onderschrijven.

Zoals ik ook niet denk dat de aanwezigheid van die vlaggetjes tussen al het vuil dat ná de koers de bermen van Taaien- en Paters- en Koppenberg besmeurt, wijst op een liefdevolle omgang met de ‘eigen’ Vlaamse bodem. In dat opzicht vond ik het zeer pertinent dat de VRT een reportage wijdde aan deze schandelijke puinhopen en de opruiming ervan door leden van een jeugdbeweging die, met het geld dat ze ermee verdienen (ze worden betaald), een kamp hopen te kunnen financieren.

Dat geel-en-zwart inkleuren van iets wat op zich politiek neutraal hoort te zijn, is manipulatie. Een sportmanifestatie die op zich apolitiek is of hoort te zijn wordt hier misbruikt door fanatiekelingen wier methode zich welbeschouwd in niets onderscheidt van die van individuen die – zonder naar de passerende renners te kijken – met een spandoek in beeld proberen te komen waarop het adres van een plaatselijk loodgietersbedrijf staat of een boodschap aan een geliefd persoon. ‘Oma wordt 70’ was er zo een afgelopen zondag, wellicht gaat het om een weddenschap: een bak Duvel als je erin slaagt in beeld te komen. Soms is het ludiek en kun je er om lachen, vaak is het gewoon schaamteloos en storend.

En hier, met die Vlaamse leeuwen, gaat het over politiek. Sport is sport, politiek politiek. Als die twee met elkaar vermengd geraken, krijg je hoogst onfrisse situaties. Ongezond, kwalijk zelfs.

Dat is niet alles wat er in verband met ons ooit zo geliefde wielermonument aan onrustbarends te noteren valt.

Niet meteen partijpolitiek in te vullen, is de stilaan ongebreidelde commercialisering van de Ronde. Sinds enkele jaren geleden Wauter Vandenhaute, ‘eigenaar’ van De Ronde (dat alleen al!), het parcours heeft hertekend (onder meer in functie van de verhuizing van de startplaats naar een stad waarvan de burgemeester, toch niet gekend als groot wielerliefhebber, maar al te verguld is met de allesbehalve gratis publiciteit), kreeg de finale min of meer de vorm van een circuit. Op sommige plaatsen passeren de renners tot drie keer. Dat zorgt niet alleen voor langdurig geslemp onder de talrijke ‘gewone’ aanwezigen, het maakt het installeren van tijdelijke infrastructuur om de meer gefortuneerde kijklustigen op te vangen interessant. Alleen, zijn het wel kijklustigen? Ik vernam van een genodigde – je moet uitgenodigd zijn! – dat je in een bepaalde tent – op de Kwaremont als ik mij niet vergis – voor de ronde som van 150 euro à volonté kunt eten en drinken. Deze toegangsprijs selecteert het publiek, dat dan ook vooral uit zakenlui, politici en dergelijke bestaat. Die mensen, uiteraard in het gezelschap van hun opgetutte partners, komen helemaal niet voor de koers maar wel om te netwerken.

Dit fenomeen van de zogenaamde ‘VIP-tenten’ roept uiteraard het vergelijkbare fenomeen van de ‘skyboxen’ in het voetbal op: ook daar komen mensen samen op een plek die gelieerd is met een oorspronkelijk volkse manifestatie, maar die, mede door het ontstaan van die nieuwe vorm van segregatie (en het verdwijnen van de arbeidersklasse), niet meer zo volks is. Met hun rug naar het skyboxraam dat uitkijkt op het speelveld nuttigen de genodigden exquise maaltijden. Het is zeer voorspelbaar wat er met het wielrennen, nu nog altijd (zo wordt toch gezegd) een sport van ‘het volk’, te gebeuren staat als Vandenhaute en consoorten hun wil doordrijven. En ja, kijk maar, vorig weekend konden we voor het eerst vaststellen dat zich langs het parcours van de Ronde van Vlaanderen voor het eerst voordeed wat we ook in het voetbal, min of meer in de periode dat daar die nieuwe vorm van segregerende commercialisering ontstond, hebben gekend: hooliganisme. Wielersupporters gaan met elkaar op de vuist op de Kwaremont: du jamais vu! Mij verbaast het geenszins. Ik kan het natuurlijk niet bewijzen, maar het zou misschien wel eens een interessant sociologisch onderzoekje opleveren, de vraag in hoeverre de recuperatie door een hogere klasse van een aangelegenheid die vanouds aan een lagere klasse toebehoort dergelijk geweld en andere vormen van betreurenswaardig gedrag in de hand werkt.

Neen, je kunt niet ongestraft, zonder gevolgen, op zich zuivere (‘volkse’) aangelegenheden besmetten met politiek of ongebreidelde commercie. Daarmee verander je de aard van die zaken – en het laat zich raden dat het niet om een verandering ten goede gaat.