In
deze rubriek heb ik het over door mij gelezen of in mijn bezit zijnde
boeken waar een verhaal aan vasthangt of die iets bijzonders voor mij
betekenen.
juni
1985
GEEN
KINDERSPEL
Van
een hinkelspel heeft mijn lectuurprogramma wel iets: heen en weer
laat ik mijn ogen de ruggen van de boeken op de planken van mijn
boekenkast scannen en dan pulk ik nu eens hier, dan weer daar een
boek van tussen twee andere boeken (wegens plaatsgebrek staan de
rijen stevig opeengeperst), waarna ik het, al dan niet gedreven door
een nieuwsgierigheid die door deze of gene min of meer toevallige
impuls nu eens is aangewakkerd dan weer effenaf veroorzaakt, wel of
niet lees.
(Ik
hoop dat u bij het lezen van deze eerste zin niet bent gestruikeld.
Ga nu naar zin twee.)
Het
hinkelspel wordt gespeeld door zich op één been voortbewegende
kinderen (meestal meisjes) die, met de onderaan dat been bevestigde
voet, een blokje hout naar het volgende vakje van een met krijt op de
grond getekend speelbord proberen te shotten. Tot zij, zodoende, bij
het laatste vakje zijn aangekomen, dat zij ‘de hemel’ noemen.
Geen kinderspel, dat hinkelspel!
In
1963 liet de Argentijn Julio Cortázar zijn magnum opus Rayuela
op de wereld los. Het Spaanse woord rayuela betekent:
‘hinkelspel’, aldus de vooraan opgenomen ‘Noot van de
uitgever’. Het boek bestaat uit 155 hoofdstukken. Het kan op twee
manieren worden gelezen. Ofwel lees je het op de ‘gewone’ manier,
van bladzijde 1 tot en met bladzijde 527, ofwel volg je de
‘Leesaanwijzing’, die je vraagt om met hoofdstuk 73 te beginnen
en vervolgens te ‘hinkelen’ volgens een vooraf bepaalde volgorde,
die in het boek tweemaal wordt aangegeven: met een in de
‘Leesaanwijzing’ opgenomen lijst van nummers, en met een
doorverwijzing onderaan elk hoofdstukje. Zo begin je met hoofdstuk
73, en gaat dan, kriskras heen en weer door het boek ‘evoluerend’,
naar 1, 2, 116, 3, 84, enzovoort. Tot je zo doende, net als bij de
eerste, ‘gewone’ manier, alle hoofdstukken van het boek hebt
afgehinkeld. Alle hoofdstukken? Neen dus, want in mijn exemplaar
heeft een opmerkzame lezer met potlood aangegeven dat met deze tweede
manier van lezen het hoofdstuk 55 ongelezen blijft. Er is geen enkel
hoofdstuk dat naar hoofdstuk 55 verwijst, en vanuit hoofdstuk 55
wordt niet doorverwezen naar een volgend te lezen hoofdstuk. Het kan
niet anders dan dat Cortázar daar een speciale bedoeling mee heeft
gehad.
Die
opmerkzame lezer, nota bene, was ikzelf. Enfin, mijn ikzelf van
veertig jaar geleden. Hem is indertijd wel ontgaan wat Cortázars
speciale bedoeling mag zijn geweest.
Nog
dit: bij de eerste manier, het ‘gewoon’ van voren naar achteren
lezen van het boek, suggereert de schrijver dat het boek in twee
delen uiteenvalt. Het eerste heet ‘Van die kant’ en eindigt op
bladzijde 332 met hoofdstuk 56. Op bladzijde 333 begint het tweede
deel, ‘Van andere kanten’, dat hoofdstukken bevat ‘die men
eventueel kan overslaan’. De lezer kan daar, aldus de
‘Leesaanwijzing’, ‘zonder gewetensbezwaren de rest ongelezen
laten’.
Best
ingewikkeld allemaal. Ik koos veertig jaar geleden dan ook voor de
eenvoudigste leesaanwijzing en las het boek volledig uit, inclusief
dat in de tweede leeswijze al dan niet bewust vergeten hoofdstuk 55.
Ik
herinner me totaal niet meer waarover Rayuela ging. Mocht ik
het niet hebben gelezen, het zou voor mij, in mijn huidige leven,
geen enkel verschil uitmaken. Het enige verschil zou zijn dat mijn
exemplaar geen leessporen zou dragen in de vorm van een
afschilferende plastic deklaag op de – gekraakte – rug en een
tiental losgeraakte bladzijden achterin het boek. Niet dat ik een
beul ben voor mijn boeken, zeker niet, maar deze Meulenhoff-uitgave
is gewoon slecht vervaardigd.
Zal
ik ooit nog een poging wagen om Rayuela te herlezen? Ik vrees
ervoor. Toen ik alweer een zestal jaar geleden een van de vaak zeer
vermakelijke recensies van Herman Jacobs op Facebook las, zette ik de
gedachte om het boek opnieuw ter hand te nemen voor minstens
een tijdje uit mijn hoofd. Jacobs nam (in zijn FB-post van 8 december
2019) het meesterwerk van Cortázar op in zijn ‘top-vijf van
Allerverschikkelijkste Boeken’ die hij in dat jaar had gelezen. Hij
vindt het een ‘stómvervelend’
boek: ‘Ruim tweehonderdduizend woorden, waarvan mínstens
driekwart geschrapt had mogen/moeten worden’. En van die bizarre
leesinstructies ziet hij de meerwaarde niet in: ‘wat mij betreft
puur een zinloos maniertje, foefje, trucje’. Ik herinner mij nu dat
toen ik dat las, ik Rayuela van het schap pulkte, al was het
maar om Jacobs’ ongelijk te bewijzen (ik vind zijn meningen soms
wat te streng en eigenwijs geformuleerd), maar toen ik het gewicht
van dat boek in mijn hand voelde, en tegen die vijfhonderd-en-zoveel
bladzijden aankeek, en tegen die pretentieuze leesinstructie, en ook
nog eens moest toekijken hoe die rug afschilferde en er achterin het
boek een aantal bladzijden waren losgekomen, dacht ik: laat maar, er
staat nog voldoende ongelezens op de plank en mocht dit boek dan toch
zo belangwekkend zijn, dan had ik er vast en zeker meer van
onthouden.

Julio
Cortázar , Rayuela. Een hinkelspel (1963; in 1973 vertaald
door Barber van de Pol)
https://www.facebook.com/herman.jacobs.39/posts/pfbid0vzbx7jAb49UYcK1VqRmNQvx6vmULjhr9nyaDpu6oS6XatHPZkncNxufccFEQ6Mq3l?__cft__[0]=AZUmPGvQraMpAIL-i75jzVVgClAqGjohHdn2lEJhlGbZZzKQ4ui6Pz0xwmWQkfXqYn_wVYPRYNtkQksZIogxAhfWiGwsukHEisdrEjdR-vqpUovH0neY2wyFkuJs3g14D1OXqNdvNmtYo-J9a9LL-wYa1bMCIdYPmtHQOmGlJKIAQQ&__tn__=%2CO%2CP-R
Illustratie:
Gaea Schoeters leest een fragment voor uit
Rayuela:
https://www.youtube.com/watch?v=J_mO-HCipA8&ab_channel=gaeaschoeters